Raapsteeltjes

Er zijn maar weinig smaken die voor mij zo’n sterke associatie met de lente hebben als RAAPSTELEN. Voor wie het niet kent, het zijn de eerste blaadjes van een meiknolletje. Na het ontkiemen van het zaad komen er blaadjes op. Omdat een meiknol best wat ruimte nodig heeft worden de meeste blaadjes geoogst en blijft een klein gedeelte over om uit te groeien tot knol. De smaak heeft dan ook veel erg van een meiknol; het is kruidig, fris en een beetje pittig van smaak. Een beetje een combinatie van andijvie en rucola. 

Het is maar kort in het seizoen te krijgen, van begin april tot mei. Dus als je het ziet, meenemen en proberen. 

De blaadjes gaan snel hangen, ze worden slap. Om toch een knapperige stamppot te krijgen zet ik de gesneden raapstelen even een kwartiertje op ijswater. Dan zijn ze ook meteen gewassen. Heb je geen ijsblokjes in huis, leg dan een flesje water een halfuurtje in de diepvries. 

Ik eet de raapstelen het liefst als stamppot. Simpel en snel. 

Raapsteeltjes stamppot

2 personen 

Bereidingstijd: 30 min 

2 bosjes raapstelen 

750 gr aardappelen 

1 tl Mierikswortel pasta 

Klontje boter

Melk

Snij de raapstelen in stukjes. Zet ze in een kom op ijswater. 

Schil de aardappelen en zet ze met ruim water en wat zout op en kook tot ze goed gaat zijn

Maak je eigen variant van aardappelpuree of zo als ik het doe. Ik stamp ze redelijk zacht, voeg dan de boter en scheutje melk toe. De mierikswortel geeft net wat pit aan de puree.  Roer alles goed door elkaar. Maak op smaak met zout en een beetje peper. 

Schep de raapstelen uit het ijswater en laat even uitlekken. Zet de aardappelpuree terug op een he klein vuur en schep de raapstelen door de puree. Roer alles goed door elkaar en laat weer op temperatuur komen. Let op dat het niet aanbrand. 

Serveer met vlees (spekjes zijn een lekkere combinatie) of wat jij er graag bij eet.