Marmalade met een koninklijk randje



Als ik aan marmalade denk komt het Berberrijk van de Almohad kaliefen niet als eerste bij mij op. Eerder beertje Paddington met zijn kleverige handen.

Toch waren deze Berbers die de eerste sinaasappelbomen mee namen naar Sevilla en in de tuinen van het Alcázar fort plantte.
De vrucht groeit daar uitstekend, maar de smaak valt bij de lokale bevolking niet heel erg in de smaak. De sinaasappel is bitter en het vruchtvlees is taai. Wel is hij erg populair bij zeevaarders, die hem meenemen op hun reizen over de wereld zeeën. Het hoge vitamine C gehalte voorkomt scheurbuik en de stugge schil zorgt er voor dat de sinaasappel lang houdbaar is.
Rond 1780 vergaat er een schip aan de Schotse kust en spoelen er tientallen sinaasappels aan op de kust van Dundee. James Keiller neemt een aantal van de gevonden sinaasappels mee naar huis, een ware schat in die tijd. Helaas zijn ze te bitter om zo te eten. Maar zijn vrouw Janet weet er wel wat mee en kookt ze met suiker. Zo smaakt het niet alleen veel beter maar is het ook veel langer houdbaar. Het werd een hit en de marmalade van Keiller&sons is nog steeds te koop.
Toast met marmalade is voor net zo Engels als thee met melk en scones met jam en cream. En bij het zoeken naar een oud origineel recept van marmalade stuitte in op een mooi verhaal en traditie.
Op een van haar reizen door Europa kwam Queen Victoria in Sevilla en proeft daar de bittere sinaasappels. Ze is er zo van onder de indruk dat ze het hof van Alcázar vraagt om een kist naar London te sturen. Vanaf die tijd is het een traditie geworden om elk jaar een kist van de beste sinaasappels uit de tuinen van Alcázar naar het Britse hof te sturen.
Tot 1970 ging er elk jaar een vracht naar London, helaas stopte deze traditie omdat de meeste bomen te oud werden en geen vruchten meer droegen.
Net na de eeuws wisseling werden er weer nieuwe bomen uit Marokko gehaald en er groeien nu weer bittere sinaasappels in de tuinen en straten van Sevilla.
Toen de conservator van het Alcázar in 2019 hoorde van de oude traditie en dat deze gestopt was vanwege het gebrek aan sinaasappels, besloot ze de traditie nieuw leven in te blazen en stuurde een kist naar de Britse ambassade. In een dankbrief laat het Hof weten zeer vereert te zijn met de hernieuwde traditie en dat er naar oud recept weer marmalade wordt gemaakt.

En laat ik nou precies DAT recept hebben.....

Bereiding

2 - 4 uur + 8-12 uur rusttijd.
 
Zoek voor dit recept kleine stevige pers sinaasappels, de echt sevilla's zijn in Nederland bijna net te krijgen. Maar met de gewone pers lukt het net zo goed. Omdat ze minder bitter zijn dan de sevilla's gebruik ik ook iets minder suiker. Hou je van zoet, voeg dan gewoon iets meer toe. Dit is een recept dat eigenlijk niet fout kan gaan want er zitten maar 3 ingrediënten in. Het kost alleen wat tijd en oplettendheid.
Als je de marmalade wilt bewaren kan dat het beste in een glazen pot met ijzeren deksel. Deze trekt vacuüm en is daarna ten minste 6 maanden houdbaar.
laat die limoen maar weg....

1 kg pers sinaasappels
600 gr suiker
600 ml water


Snij kop en kont van de sinaasappel en halveer. Snij vervolgens in halve maantjes.Zet een pan met dikke bodem op het vuur en voeg water en suiker toe. Breng aan de kook en voeg de sinaasappels er bij. Laat 5 min zachtjes koken en zet uit. Met een deksel er op kan je de pan nu 8-12 uur nu laten rusten. In deze tijd worden de schillen al heerlijk zacht.Het is dus makkelijk om het tegen de avond klaar te zetten en heel de nacht laten rusten. Na een nacht of ten minste 8 uur rusten ziet het er al heel anders uit. De sinaasappel is zachter geworden.
Nu is het tijd om alles te gaan inkoken. de kunst is om dit langzaam te doen, de schillen hebben tijd nodig om heel zacht te worden en het vruchtvlees moet opgenomen worden in de sap.

Bij mij duurde het ongeveer 1 uur voordat het dikker begon te worden. Gaat het te snel voeg dan gewoon wat water toe, dit verdampt vanzelf weer.
Tijdens het koken komt er een oranje schuim naar boven, schep dit er af. Hierdoor blijft je marmalade mooi helder.
Als de schillen zo zacht zijn dat je ze met je lepel door midden kan duwen en er geen vruchtvlees meer aan de schillen zit is de marmalade klaar voor de laatste stap.
Het inkoken tot de pectine vrij komt is ook een gevaarlijk klusje want de suiker is gloeiend heet en brand snel aan. Zet de pan op laag vuur en blijf roeren terwijl de marmalade donkerder kleurt.
Zet ondertussen een klein schaaltje of gebaksbordje in de diepvriezer. Hier gaan we de gelei-test op doen.


Als de marmalade de kleur van....marmalade heeft, diep oranje bruin is het klaar. De suiker moet een tempratuur van 230C gehaald hebben om de pectine in de sinaasappel vrij te laten komen. Deze pectine zorgt er voor dat het een mooie dikke jam wordt.
Haal het schaaltje of bordje na 10 minuten uit de vriezer en doe er wat warme marmalade op. Als het goed is stolt de marmalade. Als je het schaaltje of bakje na 5 minuten, schuin kan houden zonder dat het er af valt is de marmalade voldoende ingekookt en klaar voor gebruik. Is het nog te dun, laat dan nog een paar minuten goed door koken, wel opletten dat het niet aankookt.
Als je de marmalade wilt bewaren doe het dan kokend heet in de poten, sluit meteen goed af en wacht op de *plop*.





Reacties

Populaire posts van deze blog

Spaghetti aglio e olio + 3 groenten gerechten

Koreaanse gefrituurde kip

Gemarineerde aubergine met kappertjes en zwarte olijven

Miso soep

Roti vellen

Prei met appel en salie

Weekmenu #14

Gestoofde wortel met citroen en boter

Surinaamse bami met paksoi

Flammkuchen met spekjes en rode ui