Roti vellen

 

Jaren lang heb ik de roti vellen of roti plaat gewoon bij de Surinaamse toko gekocht. Meestal per drie verpakt uit de diepvries. 
Maar toen we een paar maanden geleden spontaan een keer roti kip aten en ik ze niet in huis had, heb ik ze voor het eerst zelf gemaakt. Het recept heb ik van collega op school gekregen toen zij een keer een hele stapel aan het bakken was in de keuken. 
Maar ja, ik zou Ruth niet zijn als ik er toch nog iets van mezelf in leg. Het nigellezaad past perfect bij de smaak van massala en is de lieveling van mijn dochter. Heb je het niet, geen probleem, weglaten kan prima. 
Als je roti vellen koopt heb je de keus tussen een vulling van gele erwten of aardappel. Ik kies de tweede omdat ik dat net iets smeuïger vind en eigenlijk ook makkelijker. 
Wees niet bang dat ze wat dikker zijn dan uit de winkel, geen probleem. De smaak maakt echt alles goed. 

Roti vellen

8 st

Deeg:

500 gr zelfrijzend bakmeel

350 ml lauw water

flinke snuf zout
1 tl komijn

1 tl massala

1 el nigellazaad

3 el olie

Vulling:

2 flinke aardappels

3 tl komijn

3 teentjes knoflook, geperst

zout naar smaak 

3 el gesmolten roomboter met 3 el olie gemengd

of

6 el ghee

Meng alles voor het deeg en kneed tot een zacht en soepel deeg. Leg het deeg in een kom en druppel er nog wat olie op. Laat zo een uurtje op kamer temperatuur staan. 

Kook ondertussen de aardappels gaar en prak ze fijn. Meng de knoflook, zout en komijn er door. Proef. De smaak van komijn mag echt sterk zijn. 

Verdeel het deeg ik balletjes van ongeveer 5-6 cm groot. Bestrooi het werkblad ruim met bloem en druk het balletje plat tot 1 cm dikte. Leg er 1 el aardappelvulling op en vouw het balletje weer dicht om de vulling heen. Zorg dat het goed dicht zit. Vul eerst alle balletjes voor dat je gaat uitrollen en bakken.

Verhit een koekenpan met dikke bodem (nog mooier is een echte rotiplaat) tot medium warm.

Rol het gevulde balletje uit tot pannenkoek dikte. Gebruik ruim bloem om vastplakken te voorkomen. In het begin zal het vast niet zo makkelijk gaan en soms komt de vulling er ook wat uit. Geeft niks. Dat proef je niet!

Leg de uitgerolde plaat in de koekenpan en bestrijk met de ghee of boter/olie mengsel. Draai, als er belletjes ontstaan om. Smeer ook de andere kant in. De vellen hebben maar een paar minuten nodig om gaar te worden.
Leg ze op een bord en dek meteen af met een vochtige theedoek. Zo blijven te lekker soepel en zacht. 

Ik bak er meestal te veel. Dat is niet erg, je kan ze namelijk prima invriezen. Om ze te ontdooien wikkel je ze in een vochtige theedoek en dan 2-3 minuten in de magnetron. Dan zijn ze weer heerlijk warm en zacht.